3

Varen naar de overkant

Kom steeds dichter bij de rand

Nader nu stilaan de dood

Sterven in mijn boot

Tenzij de wereld ronder is

Dan menig oog kan zien

De rand ben ik al lang voorbij

En vaar ik bovendien

De kust op van een continent

Waar niemand hier de naam van kent

Amerika

ikzwetsmaarwa

Columbus wat een vent

2

Ik heb een tuin van kleur gedroomd

Waar wind met hoge takken stoeit

Geroepen naar de regen koud

Die plekken om te vallen zoekt

Gewandeld onder een oude boom

Die op de vijver blad'ren gooit

Een kleur die hier de regels maakt

Waar groen eens vraagt aan rood

Of ik hier mag blijven dan

Want ik wordt nimmer nimmer moe

Blad'ren schoppen in het park

De herfst komt nooit te vroeg

1

Ik heb je niets te geven

Slechts die angst voor het moment

Dat heel de wereld leeft, beweegt

En jij zo plots bekent

Dat alles wat ik ben

De herfst, de regen, weer een jaar

Geen nieuwe hartsensatie

Noch een plek waar je zomaar

Kan zitten in de aandacht van een wereld vol publiek

Die toeschouwer van één lijkt niet genoeg

Heb je me lief?

Is het wel of is het niet?

Ik heb je schaduw met een ademtocht

Een glimps van jou gezien

Waar alle velden onbelopen

En de sneeuw me zomer lijkt

Je huid een blauweluchtsensatie

Met het noorden alweer kwijt

Is dit een plek om van te dromen?

Of de eeuwig verderbij

Met duizend woorden wil ik schreeuwen

Is er tijd?